Foto: werkzaamheden pilot versterking insectennetwerk Surhuisterveen (Bloemhoff)
Het samenwerkingsverband Maatschap Bloemhoff, VANLA en Stichting Wrâldfrucht is door de provincie Fryslân gevraagd om het insectennetwerk Fryslân te versterken.
De pilot heeft een praktische insteek:
- Maatregelen nemen die het insectennetwerk (biodiversiteit) versterken waarbij we de bodem als basis nemen.
- Via monitoring, educatie, communicatie en kennisdeling het netwerk rond biodiversiteit in het Woudenlandschap vooruit helpen. Dit doen we door het starten van een centrum voor Natuur- en Landschapsinclusieve Landbouw in Surhuisterveen.
Doelen van de pilot zijn:
- Goed voor de natuur en het landschap (verbindingen insectennetwerk).
- Goed voor de koe (gezondheid en welzijn van de koe door ‘browsing’ mogelijkheden te bieden).
- Goed voor het boerengezin (werken aan een verdienmodel voor Natuur- en Landschapsinclusieve landbouw, waar een kenniscentrum deel van uitmaakt).
Project in het kort
- Project: Pilot versterking insectennetwerk Surhuisterveen.
- Doel: insectennetwerk Fryslân versterken.
- Planning: december 2020 tot december 2021.
- Penvoerder: Stichting Wrâldfrucht.
- Projectleider: Henk Pilat.
- Ecologische begeleiding: Hans Engelbrecht, De Groene Stap; Lector Arjen Strijkstra (Van Hall Larenstein)
- Partners: Vereniging Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer Achtkarspelen (VANLA) en Maatschap Bloemhoff.
- Financiers: Provinsje Fryslân.
Activiteiten
De pilot vindt plaats bij de Maatschap Bloemhoff, Blauwhuisterweg 23 te Surhuisterveen.
Dwarsverbindingen creëren tussen lengtesingels
Van Hall Larenstein lector Arjen Strijkstra heeft aangegeven dat op bepaalde plekken in bestaande singels (die gedeeld worden met de buren) sprake is van hotspots van insecten. Het plan is om 2 dwarsverbindingen tussen deze lengtesingels te maken. Eén van 62 meter en één van 50 meter. Vanuit ecologisch oogpunt is het belangrijk om hierbij de bodem als basis te nemen. Er zijn diverse bodemboringen gedaan. Op basis van de resultaten heeft ecologisch hovenier Hans Engelbrecht geadviseerd welke concrete verbeteringen gedaan kunnen worden om aan de doelstelling van de pilot te voldoen. Dit resulteert in de aanplant van struweel met inheemse, streektypische struiken, bomen, heemplanten, waterplanten, bollen et cetera in de dwarsverbindingen. Plantmateriaal dat zowel goed is voor biodiversiteit als ook voor de koegezondheid en -welzijn. Bij dit laatste aspect bouwen we voort op verkregen inzichten via de bachelor scriptie Wild Life Management van Janina Ewals en Steffi Maurer (“Heggen, meer dan alleen een grenslijn”, oktober 2020).
Bloemenweide van inheemse plantensoorten
Het afgelopen jaar is in het kader van de bijenwerkdag van Landschapsbeheer Friesland het weiland ingezaaid als bloemenweide, maar helaas is er sprake van een sterke vergrassing. Op basis van bodemmonsters bleek dat het niet een goede match is geweest tussen plek en mengsel. Door het hoge stikstofleverend vermogen van de grond (vroeger heeft de grond gediend als mestvaalt) kon het gezaaide bloemenmengsel de concurrentie met het gras niet aan. Onder het motto “schraal is het nieuwe mooi’ pakken we de weide aan. De weide gaan we verarmen met zonnebloementeelt. Vervolgens adviseert Hans Engelbrecht van De Groene Stap voor een passend streekeigen en inheems bloemenmengsel.
Nieuw erfbeplanting
Het perceeltje licht naast de boerderij en voor de stallen op een zichtlocatie bij een drukke doorgaande weg. Bedoeling is om dit perceeltje bij het erf te trekken en er een educatieve bijenweide van te maken, waarbij er variatie in elementen ontstaat, zoals houtige en kruidige elementen, wallen, water en stenige elementen.
Gerrit Tuinstra van Landschapsbeheer Friesland heeft indertijd een eerste schets gemaakt van het beplantingsplan. Met Hans Engelbrecht kijken we hoe we het ontwerp op een ecologische en praktische manier nog kunnen verbeteren om effectiever de natuur- en educatieve doelstelling te behalen.
Kenniscentrum voor Natuur- en Landschapsinclusieve Landbouw
Naast de praktische maatregelen creëren we ook een Kenniscentrum voor Natuur- en Landschapsinclusieve Landbouw op het bedrijf van Maatschap Bloemhoff.
In 2020 hebben de initiatiefnemers van dit project gezamenlijk daarmee al een start gemaakt. Zo werd o.a. op 2 februari 2020 bij de maatschap Bloemhoff de aftrap gegeven voor het project De Boomwal als Apotheek voor Vee en Bron van Biodiversiteit en werden er diverse activiteiten op het bedrijf georganiseerd rond Brommels!, het Wâldpyk Bramenfestijn, waar het thema in 2020 en 2021 ‘Natuerlik Ferskaet’ (biodiversiteit) is.
In 2021 willen de partners in het kenniscentrum 3 maal een open dag rond het insectennetwerk/biodiversiteit organiseren voor drie verschillende doelgroepen:
- Boeren en andere landeigenaren;
- Burgers van het Nationaal Landschap Noardlike Fryske Wâlden en de omliggende dorpen en steden (Drachten, Leeuwarden);
- Scholen.
Activiteit 2 zal in het kader zijn van de 10-jarige Lustrumactiviteit van Brommels! op 28 en 29 augustus 2021.
Alle activiteiten zullen gepaard gaan met PR.
Kwaliteit plant- en zaaigoed
We gebruiken plant- en zaaigoed dat passend is voor het Woudenlandschap. Materiaal dat streekeigen, inheems en vrij van gewasbeschermingsmiddelen is.
Hiervoor maken we gebruik van de database Synbiosys en de kennis en kunde van Hans Engelbrecht.
De nadruk bij de dwarsverbindingen ligt op het aanplanten van struweel met veel bloeiend, inheems en streektypisch plantmateriaal met als doel om de insectenpopulatie zowel qua diversiteit als volume te versterken. Bodem, water, lucht, cultuurhistorie, ecologie en omgeving staan hierbij centraal. De resultaten van het onderzoek in De Wâlden van Steffi Maurer en Janina Ewals nemen we erin mee.
Voor de houtwal en de bloemenweide is het advies van Landschapsbeheer Friesland en de Cruydt-Hoeck een vertrekpunt, maar op basis van ecologisch advies en kostencalculatie van De Groene Stap verbeteren en concretiseren we het plan. De uitvoering neemt het bedrijf zo veel mogelijk zelf ter hand.
Continuïteit
Om continuïteit te geven aan het “natuur- en landschapsinclusieve landbouwmodel” en breder ingang te krijgen binnen de melkveehouderijsector in De Friese Wouden dient er een verdienmodel achter de voorgestelde landbouwwijziging te ontstaan. Wat goed is voor de Natuur en Het Landschap en de Koe dient ook goed te zijn voor de Boer (het gezinsbedrijf).
Door de natuurwinst aan te tonen en dit uit te dragen richting consument, verdient de boer in samenwerking met zijn ketenpartners ‘a licence to produce’ en heeft daarmee een extra onderbouwing om een extra vergoeding voor de melk te rechtvaardigen.
Daarnaast willen we via het beoogde kenniscentrum opgedane kennis verspreiden. Zo kunnen we de opgedane leerervaring overdragen aan andere melkveehouderijen in De Friese Wouden, waar de melkveehouderij het dominante agrarisch patroon qua grondgebruik is. Verder is het de bedoeling om via het centrum educatieve activiteiten te ontplooien via projecten en workshops. Hiermee kan het kenniscentrum ook een bijdrage leveren aan het verdienmodel van het bedrijf.
Natuurwinst meten
Een goede indicator om de natuurwinst te meten is de toegenomen diversiteit en kwantiteit van insecten. Deze kun je toetsen en in kaart brengen.
De bereidheid bestaat vanuit het in ontwikkeling zijnde ‘Kenniscentrum voor Natuur- en Landschapsinclusieve Landbouw’ om gedurende 5 jaar hommels, bijen, zweefvliegen, vlinders en nachtvlinders te monitoren. Dit kan met de door Van Hall Larenstein aangereikte/aan te reiken eenvoudige uitvoerbare methodes voor ‘niet-specialisten’. In overleg met de Lector Bijen en Biodiversiteit gaan we al dag- en nachtvlinders monitoren. Voor de overige insecten volgen nog nadere afspraken.
De VANLA is reeds in bezit van nachtvlindervallen. Deze zetten we in om een onderzoek te doen naar het verloop van insectendiversiteit als gevolg van de maatregelen en wat de meest aantrekkelijke biotopen zijn.
Wil je meer weten over het project Pilot Versterking Insectennetwerk Surhuisterveen? Neem contact met ons op.