Over de geschiedenis van Vanla is een boek te schrijven. Hieronder ga ik in hoofdlijnen door de historie van Vanla. Overigens zijn er heel wat publicaties geschreven die geralateerd zijn aan Vanla. Op een ander deel van de site gaan we daar ook aandacht aan besteden.
De aanleiding
De oprichting van Vanla had alles te maken met het coulissenlandschap waarin de agrarische sector in een groot deel van de gemeente Achtkarspelen zijn brood verdient. De houtwallen die in het overgrote deel van Achtkarspelen als perceelafscheiding fungeren werden beginjaren 90 door ‘Den Haag’ gezien als bosaanplant. Dus werd het gebied aangewezen als verzuringsgevoelig en daarmee werd de agrarische bedrijfsontwikkeling met één pennenstreep onmogelijk gemaakt.
De georganiseerde landbouw in de Achtkarspelen kwam daartegen in verzet. De houtwallen waren immers altijd onderhouden door de boeren en dat werkte nu ineens tegen hun. Het predicaat verzuringsgevoelig moest eraf. Professor ingenieur Jan Douwe van der Ploeg van de Wageningse Universiteit (WUR) had een oplossing. Door de oprichting van een agrarische natuurvereniging kon er tegenwicht worden geboden tegen de Haagse plannen. Korte tijd daarvoor had hij in het nabij gelegen Eastermar de allereerste agrarische natuurvereniging (anv) van Nederland opgericht. Vanla zou de tweede zijn.
De oprichting
Op vrijdag 6 november 1992 werd in Surhuisterveen Vanla officieel opgericht en werd door een werkgroep een activiteitenplan gepresenteerd. Hierin stond ondermeer dat de vereniging de regie over het onderhoud van het landschap wilde krijgen. Voor het onderhoud aan elzensingels en dykswallen moest een reële beloning tegenover staan. Ook moest er paal en perk gesteld worden aan de aankoop van landbouwgronden ten faveure van de natuur aan Staatsbosbeheer, want dat was een aanslag op de economie en leefbaarheid van het platteland. De anv moest voortaan het beheer over natuurgebieden krijgen en de agrariërs konden dan het onderhoud doen. Landbouw, natuur en landschap moest voortaan een drie-eenheid vormen. De agrariërs en ook particulieren in Achtkarspelen zouden massaal achter dit plan gaan staan. Vanla, de tweede agrarische natuurvereniging van Nederland was een feit.
Het eerste bestuur
De bestuurders van het eerste uur waren:
- Geale Atsma uit Augustinusga
- Taeke Hoeksma uit Drogeham
- Anita de Vries–de Boer uit Surhuizum
- Willem Meijer uit Surhuisterveen
- Harm Kloosterman uit Buitenpost
- Roel Brandenburg uit Buitenpost
In de beginjaren kregen ze ondersteuning vanuit de provincie Fryslân van Tjitte Piebenga. Daarna kwam Jaap Dijkstra in dienst als beleidsmedewerker.
Proefstatus voor Achtkarspelen
Vanla ging baanbrekend van start en schroomde de vernieuwing niet. Ze vonden veel beren op de weg bij vooral overheidsinstanties. De eigenzinnige wâldboeren lieten zich niet uit het veld slaan en zagen kans om vele hobbels te nemen. Daarmee baanden ze een weg voor de verenigingen die later werden opgericht. Hun pionierswerk is heden ten dage nog steeds van waarde.
Zo vroegen ze ondermeer bij de provinciale en landelijke politiek om een proefstatus voor Achtkarspelen. Met de innovatieve plannen die de agrarische natuur vereniging had ontwikkeld werd afgeweken van het provinciaal en landelijk beleid. Met een proefstatus konden geldende regels omzeild worden. Voor het open kleigebied in het noorden van de gemeente ging het om slootkantenbeheer en weidevogelbeheer. In het besloten coulissenlandschap ging het om (achterstallig) onderhoud van singels en dykswallen en het beheer van pingoruïnes en drinkdobben.
Voor de hele gemeente ging het om het mineralenbeheer, om zo de milieudruk te verlagen. Een betere benutting van de (drijf)mest om het kunstmest gebruik terug te dringen vormde de rode draad in het mineralenbeheer. Ook werd naar manieren gezocht voor een gezondere bodem met actiever bodemleven. De verplichte zodenbemester vormde op de kleine percelen een probleem en Vanla wilde vrijstelling voor bovengronds mestuitrijden, iets wat jarenlang is gelukt. De georganiseerde landbouw keek er met argusogen naar.
In 1996 kregen ze die proefstatus. Dit experiment was bedoeld om te laten zien dat boeren op eigen wijze in staat waren om de milieudoelen te halen. Met vijf anv’s verspreid over Nederland mochten ze praktijkexperimenten uitvoeren. Dit waren naast Vanla, Vel in Eastermar, Milieucoöperatie De Peel in Noord Brabant, Stichting WCL in Winterwijk en Werkgroep Telen in de grond in het Westland. Vel en Vanla trokken met de bestuurlijke vernieuwing en het mineralenproject de meeste aandacht.
Mineralenproject
Met het mineralenproject van 1996 tot 2002 trok Vanla, samen met naaste buur Vel, veel aandacht. In de pers werden Vel en Vanla steevast milieucoöperaties ipv agrarische natuurvereniging genoemd. Jaap van Bruchem, onderzoeker bij de proefboerderijen ‘De Ossekampen’ en ‘AP Minderhoudshoeve’ van het Proefstation Rundveehouderij (PR) in Lelystad speelde daarin een niet onbelangrijke rol. Hij had geconstateerd dat de N benutting op de Nederlandse bedrijven sinds de komst van de ligboxenstallen drastisch was gedaald. Er ging dus steeds meer stikstof verloren.
Op de AP Minderhoudshoeve had Van Bruchem een strategie ontwikkeld die dat beeld deed keren. Door structuurijker en eiwitarmer te voeren ging de N benutting van koeien met sprongen vooruit. Dit ging in tegen de heersende gedachte van de voerindustrie en dus ook de melkveehouders. Hij introduceerde het bodem-plant-dier systeem oftewel kringlooplandbouw. De veehouders in Achtkarspelen werden gestimuleerd om een mineralenbalans van hun bedrijf te maken. Door in kleine studieclubs te werken, de zogenaamde ‘keukentafel groepjes’, leerden de boeren snel hoe ze de kringloop beter konden laten draaien. Daarmee werden de stikstofverliezen sterk naar beneden gedrongen. Dit zorgde voor minder uitspoeling naar het oppervlaktewater en grondwater. Daarnaast zorgde het beter en efficiënter voeren ook nog eens voor een plus op het inkomen! Het mes sneed dus aan twee kanten.
Proefvelden
In het Vanla gebied zijn driemaal proeven gedaan met verschillende manieren van bemesten. Tijdens het mineralenproject lagen er op de bedrijven van Sikke Sikkema in Harkema en Taeke Hoeksma in Drogeham 48 proefveldjes. Er werden proeven gedaan met de wijze van bemesten, wel of geen toevoegmiddel (euromestmix) in de mest, wel of geen EM (effectieve micro-organismen), stikstofrijkere en stikstofarmere mest en verschillende hoeveelheden kunstmeststikstof. Het Proefstation voor de Rundveehouderij (Bosma Zathe in Ureterp) deed de begeleiding bij maaien en bemesten. Op de proefveldjes werd ook veel onderzoek gedaan naar de soorten en hoeveelheden wormen in de grond, om een relatie te vinden in de bemestingsvormen en het bodemleven.
Tien jaar later werden op het bedrijf van Hoeksma wederom proefveldjes aangelegd. Ook nu lag de nadruk op het bemesten.
In 2014 werd op het bedrijf van Menno Bloemhoff in Surhuisterveen 4 verschillende bemestingstrategieën met elkaar vergeleken. De WUR (Wageningen University & Research) en adviesbureau Boerenverstand leidden het onderzoek. Bij het meten van de grasopbrengsten kwam naar voren dat zodenbemesten niet significant hoger uitkwam dan bovengronds mestuitrijden met ketsplaat en bemesten met de duospray. De combinatie met een sproeiboom met water achter de ketsplaten (de triplespray) kwam minder gunstig voor de dag.
Grasonderzaai in mais
In de jaren 90 werd 2 jaar geëxperimenteerd met gras-onderzaai in mais. Doel was om de mineralenverliezen in maïspercelen te verkleinen. Ook toen werd al duidelijk dat de slagingskans vooral afhankelijk was van het weer.
Kroonprins Willem Alexander op bezoek bij Vanla.
Op 11 september 1997 kwam kroonprins Willem Alexander voor een onverwacht werkbezoek naar milieucoöperaties Vel en Vanla. Hij was meegereisd met toenmalig minister van Landbouw Jozias van Aartsen. De huidige koning liep toen stage op het Ministerie van Landbouw in Den Haag. Beide besturen reageerden verrast op het koninklijk bezoek want het werd pas op de avond vóór het bezoek medegedeeld. Van Aartsen werd naar het gebied gehaald om van gedachten te wisselen over het project voor landschapsonderhoud. Daarnaast werd gesproken over het mineralenproject, waaraan het ministerie van Landbouw flink had bijgedragen. In Eastermar werd het bedrijf van Vel voorzitter Fokke Benedictus bezocht en in Drogeham het bedrijf van Vanla secretaris Taeke Hoeksma.
3 landbouwministers op bezoek gehad
Vanla heeft naast Jozias van Aartsen nog 2 landbouwministers op bezoek gehad. In november 1998 kwam toenmalig landbouwminister Hayo Apotheker naar het Vanla gebied, waarbij het bedrijf van Wytze de Vries in Surhuizum werd aangedaan. Vier jaar later kwam Cees Veerman de jarige milieucoöperaties Vel en Vanla bezoeken. Hij hield een lezing op het 10 jarig jubileum van Vel en Vanla.
Gebiedsvriendelijk bemesten
Halverwege de jaren 90 gingen Vel en Vanla opzoek naar een alternatief voor de zodenbemester. Ook al omdat de aloude ketsplaat als niet gewenst werd gezien. In Duitsland vonden ze een mesttank met een 8 meter brede opklapbare sproeiboom met daaraan slangen waarmee de mest in rijtjes op de zode werd gelegd. Deze werd gekocht en de leden konden deze machine, die weinig pk’s vroeg, huren. Van het Ministerie van Landbouw kregen ze ontheffing voor het gebruik van deze ‘gebiedsvriendelijke’ mesttank.
Bedrijfslandschapsplan
Met steun van de provincie Friesland zijn er in het Vanla gebied voor alle agrarische bedrijven ‘landschapsplannen’ gemaakt. Medewerkers van Landschapsbeheer Friesland hebben per bedrijf alle bomen en hogere beplanting geïnventariseerd. Voor iedere singel en dykswal werden in dit plan de jaarlijkse beheermaatregelen opgenomen tot het jaar 2023! Evenzo waren de aanwezige drinkdobben, poelen en pingoruïnes in het boekwerk opgenomen. Daarnaast een overzicht van de broedvogels (groot en klein) op het bedrijf, een stukje geschiedenis en visie van de ondernemer. Wanneer van alle bedrijven de bedrijfslandschapsplannen klaar zijn moeten deze worden samengevoegd tot een landschapsgebeidsplan, zo was de insteek.
Op 21 januari 1999 kreeg de maatschap Hoeksma in Drogeham het allereerste bedrijfslandschapsplan van Nederland overhandigd van gedeputeerde Bertus Mulder en LNV-Noord directeur Hendrik Oosterveld . Het lijvig rapport bestond uit bijna 50 pagina’s.
Eigen schouwcommissie
In het kader van zelfregulering richtten Vel en Vanla een eigen schouwcommissie op. Ze wilden af van de alsmaar terugkerende controles van de overheid (AID en later NVWA). De schouwers controleerden of de deelnemers zich hielden aan de regels van het agrarisch natuurbeheer en gingen bij overtredingen met ze in gesprek. Dit zorgde voor meer betrokkenheid bij de deelnemers. De zelfregulering die de overheid met de mond bepleitte voorkwam echter niet dat de controles van diezelfde overheid bleven al waren – door het nuttige werk van de schouwers – het aantal afkeuringen wel een stuk minder.
Vorming van de NFW
In de tweede helft van de jaren 90 leidden de successen van Vel en Vanla tot de oprichting van natuurverenigingen in de omliggende gemeenten in Noordoost Friesland. Aangezien ze allen in de Noordelijke Friese Wouden lagen, lag de nadruk vooral op het landschap. Samen sta je sterker en daarom werd het nieuwe subsidiestelsel, ‘Programma Beheer’ geheten, in het jaar 2000 gezamenlijk aangevraagd. Om de samenwerking beter vorm te geven werd op 27 september 2002 de overkoepelende vereniging Noardlike Fryske Wâlden (NFW) opgericht. Vanla voorzitter Geale Atsma werd de eerste voorzitter van de NFW.
Nieuwe rol van Vanla
Met de vorming van de NFW werd de prominente rol die de Vanla in het eerste decennia had, een stuk minder. Eigen projecten vielen voortaan onder de nieuwe koepel van natuurverenigingen. Vanla bestuursleden hadden zitting in de diverse besturen en commissies van de NFW en konden daardoor wel hun stempel drukken op het beleid van de overkoepelende organisatie. Veel projecten van de Noardlike Fryske Wâlden waren een vervolg op het gedachtegoed van de Vel en Vanla. ‘Túk en kreas buorkje’ was daar een goed voorbeeld van. Ook voor een ontheffing voor het bovengronds mestuitrijden bleven de Vanla bestuurders zich inzetten.
Fusie van NFW weggestemd
In 2015 wilde het bestuur van de NFW dat de zes onderliggende agrarische natuurverenigingen gingen fuseren, zodat er voortaan met één mond zou worden gesproken. Na stemming bleek een meerderheid van de leden van Vanla (en ook Vel) tegen een fusie. Daarmee stond Vanla in 2016 na 14 jaar weer geheel op eigen benen. Een deel van het zittende bestuur ging over naar de nieuwe NFW afdeling Achtkarspelen. De rest van het Vanla bestuur besloot in kleiner verband door te gaan.
Nieuw beleid
Vanla moest voortaan gaan voor de ‘niches’, zo was er vanuit de leden naar voren gekomen. De eerste stap was in 2017 om aan te sluiten bij het project ‘Tuinen verbinden’. Dit was een project van de Stichting Wrâldfrucht van Henk Pilat en Jan J. de Boer. Doel van het project was om erf en tuin meer aan te sluiten bij het omliggende landschap. Zo krijgt de natuur meer ruimte, en het verhoogt de biodiversiteit. Zo kan bijvoorbeeld een egel zich gemakkelijk van tuin naar tuin kan verplaatsen.
Project ‘Boomwal is de apotheek van vee en bron van biodiversiteit’
Een klein groepje innovatieve leden werkte een paar jaar aan een nieuw project dat in 2019 het levenslicht zag. Een inleiding van Rikilt onderzoekster Maria Groot op de ledenvergadering van Vanla in 2017 vormde daarvoor de basis. Zij vertelde dat er in de flora voor elke kwaal wel een oplossing is te vinden. Dat kon middels kruiden in de wei, maar ook dykswallen en elzensingels hebben een grote biodiversiteit en daarmee een grote apotheek. De ‘kruidengroep’ kwam na literatuurstudie tot de conclusie dat koeien, paarden, schapen en geiten hun apotheek in een boomwal konden vinden, mits er genoeg variatie aan bomen en struiken stond. Daarmee was het project geboren. Henk Pilat van stichting Wrâldfrucht werd aangetrokken als projectleider. In de 2e helft van 2019 ging het van start en duurde tot eind 2020. www.snoeivee.nl
Bijenpact
Vanla is één van de deelnemers aan het (Friese) bijenpact. Op 15 november 2019 heeft de Vanla secretaris samen met nog 28 partijen zijn handtekening gezet. Doel is om de leefomstandigheden voor bijen en insecten te verbeteren. Met de vele dykswallen en elzensingels in het werkgebied van Vanla zijn er volgens Arjen Strijkstra, lector bijengezondheid bij Van Hall-Larenstein, genoeg mogelijkheden om het voor de bijen en insecten aantrekkelijker te maken.
Vervolgproject Boomwal als apotheek
In het vroege voorjaar van 2023 startte het vervolg op het project ‘Boomwal als apotheek’. Vanla heeft de samenwerking gezocht met de Noardlike Fryske Wâlden en samen een nieuw project aangevraagd en gehonoreerd gekregen. De naam is veranderd in ‘Boeren tussen boomwallen’. De looptijd zal 2.5 jaar zijn. De beide verenigingen trekken het project samen met Louis Bolk Instituut, De Fryske Milieu Federatie, Landschapsbeheer Friesland en Van Hall Larenstein.
Vanla fuseert met NFW Afdeling Achtkarspelen
Op 6 maart 2024 hebben op een ledenvergadering de leden unaniem besloten tot een samengaan van Vanla met de NFW Afdeling Achtkarspelen. Daarmee komt na 32 jaar een eind aan de zelfstandigheid van Vanla. De naam blijft wel bestaan in de nieuwe fusieclub. Die heet voortaan NFW Afdeling Vanla.
Dictus Hoeksma